“Ja, dat weet ik toch!” roept hij over zijn schouder mijn kant op.
Ja, dat weet jij ook wel. Telkens weer word ik gewezen op het feit dat ze het allemaal best al wel weten. Of eigenlijk, dat ze het best wel zelf durven te proberen. Wie ben ik nou toch dat ik iedere keer weer mijn hoofd om de hoek steek en vraag of het wel gaat, of ze nog iets nodig hebben, of ik moet helpen. Bloedirritant gewoon!
Die zorgzame, hulpvaardige, maar vooral bezorgde moeder ben ik. Een moeder die ik in eerste instantie niet echt bij mijzelf voorzien had, ben ik toch geworden. Ze zijn immers nog zo klein… denk je dan…
De tijd vliegt zo hard voorbij, ik ben gewoon te traag. Uiteraard ben ik van nature he-le-maal niet zo irritant als zij denken: ik sta er gewoon niet de hele tijd bij stil dat ze constant groeien, leren en ontwikkelen. Ik loop altijd achter de feiten aan. Ze groeien ongemerkt, waardoor je pas merkt dat ze gegroeid zijn als jij irritant blijkt te zijn.
En ik bedoel het goed, dat is het niet. Ze wéten ook dat ik het goed bedoel. Het vervelende met dingen leren is wel, dat het even duurt voordat je de slag te pakken hebt. En als je, zoals ik, wat traag bent geworden met leren… Afijn, je snapt mijn punt. Irritant wel.