Het leukste om te doen, vind ik, is op een rustig moment een gesprek te hebben met de kinderen over een ‘volwassen’ onderwerp. En dan niet de zin van het leven, maar meer de praktische kant van ouder worden, groter zijn. En wat moet je dan ontzettend scherp zijn om het te kunnen volgen! De onderwerpen vliegen je om de oren.
A: “ik wil nooit verslaafd worden, hoor!”
C: “ik vind dat wel fijn om te horen, maar je weet niet of dat ook echt lukt, lieverd”.
A: “als ik later groot ben dan doe ik, lekker in mijn eigen huisje, dezelfde regels als jullie.”
B: “Ja, ik ook! Om vijf uur gamen!”
A: “En dan neem ik ook een grote televisie”
B: “Ja, ik ook! En mijn kinderen mogen ook om vijf uur gamen.”
A: “Je krijgt heus niet gelijk kinderen als je groot bent, hoor”
B: “Nee, maar het kàn wel! Mamma, kunnen mannen ook kinderen nemen?”
C: “ja hoor, maar mannen hebben geen plekje in hun buik om kinderen te laten groeien”.
A: “Dan moet je eerst trouwen!” (zucht)
B: “Maar kinderen kunnen niet trouwen, toch mamma? Uit mijn klas wil iemand trouwen, maar dat kan niet, maar hij wil het toch!”
C: “Kinderen mogen nog niet trouwen, dat mag pas als je groter bent. Je mag het wel willen natuurlijk”
B: “Ja. Ik wil ook kinderen, maar dat kan ook pas als ik groot ben”.
A: “Ik wil dan een playstation”.