De afbeelding spreekt voor zich. Vrij bewegen, vrij voelen, rennen wanneer je rennen wil. Zo willen we ons toch allemaal, liefst altijd, voelen?
Op school voelen veel kinderen zich niet altijd vrij. Dat hoeft ook niet. We hebben allemaal onze verantwoordelijkheden en leren brengt ook verantwoordelijkheden met zich mee.
Daar waar de toetscultuur start beginnen mijn vragen over de vrijheid van de kinderen, want:
- Kan een kind zich ontwikkelen in een situatie waar controle de norm is?
- Hebben de toetsen voldoende te maken met de interesses van de kinderen zelf, ofwel: wordt er rekening gehouden met de intrinsieke motivatie van kinderen?
- Geven de resultaten van de tests een goede inschatting van wat een kind in de toekomst gaat bereiken, met in achtneming van de achtergronden van ieder kind?
Deze drie vragen heb ik tot nu toe in iedere situatie in het onderwijs moeten beantwoorden met ‘nee’. Ik heb nog nooit een toets meegemaakt, die voldoende rekening hield met ALLE bovenstaande punten. Ik heb nog nooit een toets meegemaakt die een adequate indicatie gaf van wat een kind zou kunnen bereiken in de toekomst, want…
In mijn optiek kan je alles bereiken wat je wil!
Soms is de weg kort, soms is de weg langer. Soms moet je hollen, soms afwachten. Soms voel je je vrij, dan weer gedwongen. De een ervaart veel hindernissen, de ander voelt weinig weerstand. Onze weg is die van ons en niet die van een ander. Daar heeft een toets weinig mee van doen, behalve dan dat het een momentopname is.
Laten we gaan richten op de doelen en minder op de gegenereerde resultaten.
Laten we weer vrij zijn.