Vijf signalen van onzekerheid

Herken jij de signalen van onzekerheid bij kinderen?

Onzekerheid bij kinderen kan verschillende oorzaken hebben. Daarom zijn signalen soms moeilijk te duiden en is het lastig een adequate manier te vinden om te reageren als ouder of opvoeder.  Een aantal signalen met mogelijke oorzaken worden genoemd in dit artikel.

Het is belangrijk om op te merken dat angst, lichamelijke-, sociale- en financiële factoren en onzekerheid een onderlinge connectie hebben. Onzekerheid ligt vaak in het verlengde van een van deze factoren bij een persoon.

  1. Uiterlijke (Fysieke) kenmerken waaraan je onzekerheid kunt herkennen zijn een droge mond (kinderen vragen om water), klamme handen (handen wrijven of wringen), trillen en een verhoogde hartslag of hartkloppingen (rode kleur van schaamte). Echter zullen niet altijd deze fysieke kenmerken te zien zijn.
  2. Onzekerheid kan er voor zorgen dat kinderen onder het eigen niveau gaan presteren. Kinderen die bijvoorbeeld faalangstig zijn hoeven zo niet te doen wat ze zouden kunnen, maar weten zeker dat ze het ‘lagere’ niveau wel halen.
  3. Wanneer kinderen last hebben van onzekerheid, hebben ze vaak ook geen zin in hetgeen ze onzeker over zijn. Heb je niet goed geleerd voor een toets, dan heb je daar ook geen zin in, omdat je weet dat het cijfer waarschijnlijk tegen zal vallen. Sommige kinderen kunnen ook onzeker worden in nieuwe situaties, waardoor ze deze zullen vermijden. Wanneer een kind ‘geen zin’ heeft is het altijd belangrijk na te gaan waar dit vandaan komt.
  4. Concentratieproblemen, bijvoorbeeld piekeren of dagdromen
  5. Teruggetrokken of juist druk gedrag

Tips bij onzekerheid

Creeer veilig klimaat door bijvoorbeeld overzicht te geven in een taak.Bespreek de activiteit, maak een stappenplan of gebruik dagritmekaarten, zodat een activiteit voorspelbaar en dus minder spannend wordt.

Duidelijke feedback  op het handelen, niet zo zeer op resultaten. Het is niet erg om iets spannend te vinden, maar het is onhandig om dan ‘altijd’ te kiezen om een spannende situatie te vermijden. Het zou natuurlijk ook zomaar kunnen lukken! Kies positieve eigenschappen (zelfstandigheid, behulpzaamheid, kritisch zijn) die je kunt benoemen of handelingen (pakken, lopen, rennen) die een kind goed uitvoert. Voorbeelden: “je houdt de schaar goed vast!” “Dat plan heb je zelf bedacht!”

Geef het goede voorbeeld, wees ‘lief’ voor jezelf.  Zo zien kinderen dat je jezelf best uit kan dagen zonder boos te worden als het mis gaat. Straf jezelf niet als het niet lukt: bekijk wat er mis ging en benoem wat je anders had kunnen doen op een opbouwende manier. Benoem het wanneer je aan een taak begint die je moeilijk lijkt. Zo leren kinderen taken in te schatten en te proberen: “van proberen kan je leren”.

Bronnen gebruikt bij het schrijven van dit artikel:

  • Faalangst onder hoogbegaafde leerlingen, centrum voor begaafdheidsonderzoek katholieke universiteit, marianne van overbeek, nijmegen 2001
  • P. Schipper, arts; Oorzaak van onzekerheid; gezondheidspleoin; 2014
  • Symptomen onzekerheid- en wat kun je ermee? Renie Bahlman; 2015